Familiebedrijven heb je overal. Maar op Texel zijn het er opvallend veel. In het nieuwe boek ‘Het blijft in de familie’ krijg je als lezer een inkijkje in 33 Texelse familiebedrijven. Waar komt die vaak tomeloze inzet vandaan? Wat is de kracht? Maar ook: wat zijn de valkuilen? Alle reden om eens op zoek te gaan naar hoe dat bloed in Texelse familiebedrijven stroomt. Voor het boek ging de redactie op bezoek bij 33 ondernemersfamilies en sprak met opa’s, oma’s, vaders, moeders, broers, zussen, ooms, tantes, neven en nichten. Samen geven ze hun familiebedrijven vorm, in zeer uiteenlopende samenstellingen. De ene familie zet de tradities al generaties lang voort, in een andere familie gaf de oprichter nog maar onlangs het stokje door aan zoon of dochter, waarmee een nieuw familiebedrijf is geboren.
Zoek je overeenkomsten tussen Texelse familiebedrijven, dan springt één eigenschap eruit: heel hard werken. Werkweken van zestig, zeventig uur of meer zijn eerder regel dan uitzondering. Ook doorzettingsvermogen lijkt een vanzelfsprekend gegeven. Families lopen graag een paar stappen harder om hun bedrijf op de rit te houden of, in tijden van crisis, te laten overleven. Iets anders wat opvalt? Bijna geen enkele familie zegt druk te hebben uitgeoefend op de volgende generatie om ook in het bedrijf te komen. Toch nemen de kinderen die stap vaak wel, al is het soms pas na uitgebreide omzwervingen elders.
Met 33 Texelse familiebedrijven is deze uitgave verre van compleet. Er zou zo nóg een boek kunnen worden gemaakt. En misschien wel twee. Maar de ruimte was beperkt en je moet ergens beginnen. Toch vormt deze ‘bloemlezing’ een mooie dwarsdoorsnede van het Texelse familiebedrijf.